Sinds de Taliban in 2021 de macht grepen, zijn Afghaanse meisjes massaal van school uitgesloten. Miljoenen jonge vrouwen hebben geen toegang meer tot voortgezet en hoger onderwijs en zien zich daardoor zonder toekomstperspectief. Sommigen verzetten zich tegen dit verbod door middel van afstandsonderwijs of clandestiene lessen, ondanks de risico's en obstakels.
Een generatie die verstoken is van onderwijs.
Afghanistan is momenteel het enige land ter wereld waar meisjes na de basisschool geen onderwijs meer mogen volgen. Leerlingen van slechts 12 jaar oud worden gedwongen school te verlaten. Volgens UNESCO worden meer dan 2,2 miljoen meisjes door deze maatregel getroffen. Deze terugval maakt alle onderwijskundige vooruitgang die tussen 2001 en 2021 is geboekt ongedaan.
Deze uitsluiting heeft ernstige gevolgen: isolatie, vroege huwelijken, economische afhankelijkheid en verlies van autonomie. Adolescenten worden gedwongen thuis te blijven en vaak gereduceerd tot huishoudelijke taken. Het fundamentele recht op onderwijs wordt hen ontzegd, waardoor de hoop van een hele generatie aan diggelen wordt geslagen.
Online leren als toevluchtsoord
Geconfronteerd met deze realiteit ontstaan er clandestiene netwerken voor afstandsonderwijs. Afghaanse vrouwelijke vluchtelingen in het buitenland, met name in Frankrijk en Canada, organiseren virtuele cursussen in programmeren, talen en geschiedenis. Studenten maken verbinding onder pseudoniemen, met hun camera uitgeschakeld, in constante angst om ontmaskerd te worden.
Beperkte en onbetrouwbare internettoegang in veel gebieden bemoeilijkt dit leerproces verder. Toch bieden deze cursussen een reddingslijn aan degenen die weigeren hun dromen op te geven. Zoals een docent, geciteerd door Courrier International , opmerkt: " Het is een vorm van stil verzet."
Clandestiene lessen op locatie
Ondertussen organiseren sommige ngo's, zoals Femaid, fysieke lessen op geheime locaties. De organisatie biedt voortgezet onderwijs aan meisjes van 11 tot 18 jaar. De docenten, die vaak zelf in gevaar verkeren, geven les in privéwoningen of verborgen plekken.
Deze initiatieven stellen een paar honderd leerlingen in staat hun schoolopleiding voort te zetten, maar het aantal deelnemers blijft beperkt. Het risico op arrestatie is constant, zowel voor docenten als voor leerlingen. Toch bieden deze lessen structuur, hoop en waardigheid aan de deelnemers.
Een wereldwijde strijd voor het recht op onderwijs
UNESCO, UNICEF en andere internationale organisaties veroordelen deze uitsluiting en roepen op tot steun voor lokale initiatieven. Voor hen gaat het niet alleen om onderwijs, maar om fundamentele mensenrechten. Toegang tot kennis is essentieel voor de autonomie, gezondheid en economische ontwikkeling van samenlevingen.
Educatieve media dragen ook bij aan deze inspanning door educatieve content uit te zenden die is afgestemd op jonge Afghaanse vrouwen. Deze alternatieven vervangen echter niet de gelijke en veilige toegang tot onderwijs voor iedereen.
Verzet door kennis
In een land waar studeren een daad van rebellie kan zijn , blijven duizenden meisjes in Afghanistan in het geheim leren. Tussen online cursussen en clandestiene scholen belichamen ze een stille maar vastberaden vorm van verzet. Deze initiatieven, hoewel kwetsbaar, herinneren ons eraan dat geen enkele vorm van onderdrukking de dorst naar kennis volledig kan doven.
Zonder aanhoudende steun voor deze alternatieven dreigt een hele generatie in de schaduw op te groeien, verstoken van een toekomst. Onderwijs is geen luxe: het is een fundamenteel recht dat overal en voor iedereen verdedigd moet worden.
